The Patriot | Instituut voor publieksgeschiedenis (2024)

Inhoud

Zuid-Carolina, 1776. De strijd van de zuidelijke staten tijdens de Amerikaanse Revolutie.

The Patriot vertelt het verhaal van Benjamin Martin, een held uit de Frans-Indiaanse oorlogen in Amerika. Martin, weduwnaar en vader van zeven kinderen, heeft berouw over zijn oorlogsdaden en wil zich bijgevolg zoveel mogelijk afzijdig houden in de oorlog tegen de Engelsen. Wanneer zijn oudste zoon Gabriël zich wel mengt in de strijd tegen de Britten doet Benjamin er alles aan om hem daarvan te weerhouden. Helaas tevergeefs.

Productie

Het project The Patriot ging van start in 1996 en verscheen in de zalen in het jaar 2000. In de aanloop naar het nieuwe millennium nam bij vele Amerikanen de interesse voor de ontstaansgeschiedenis van hun land toe. Verschillende historici trachtten hiervoor verklaringen te bieden. H.W. Brands beschouwde het fenomeen als een onderdeel van een langdurige conservatieve trend die werd ingezet onder de regeerperiode van Ronald Reagan en die gebaseerd was op een ‘anti-liberale reactie’. Ray Raphael, daarentegen, meende dat de Amerikaanse Revolutie een veel ruimere aantrekkingskracht uitoefende. Voor Amerikanen met verschillende politieke voorkeuren fungeerde de revolutie immers als een spiegel waarin actuele agenda’s konden worden gereflecteerd. Raphael stelde dat “conservatives see the revolution as a noble struggle against an intrusive government, a precedent (and implicitly a justification) for their own anti-government leadings; liberals view the revolution as a critical step toward democracy and social equality; radicals tend to focus on the failure of the revolution to achieve those same objectives, particularly with respect to women, African Americans, and Native Americans”. Ook James Hunter was van mening dat de interesse voor de Amerikaanse Revolutie in de jaren 1990 de politieke en sociologische grenzen overschreed. Verschillende groeperingen probeerden hun standpunten kracht bij te zetten door te verwijzen naar dit stukje verleden. In die zin speelden de ‘grote mythen’ eerder een verdelende, dan een unificerende rol. Discussies omtrent abortus, hom*o-rechten, racisme en wapenregulatie werden immers vastgehaakt aan verschillende interpretaties van de revolutie en de constitutie. Zo verwezen voorstanders van wapenbezit naar het tweede amendement van de grondwet waarin “the right to bear arms” werd gegarandeerd, terwijl tegenstanders refereerden naar “a well regulated militia”. Op het moment dat The Patriot in de zalen verscheen, werd precies dit wapendebat in alle hevigheid gevoerd. Aanleiding was het bloedbad dat werd aangericht door enkele leerlingen met geweren in de Columbine High School op 20 april 1999.

The Patriot kwam er op initiatief van Robert Rodat en Mark Gordon, die een gedeelde interesse hadden voor de Amerikaanse Revolutie. Ze hadden reeds samengewerkt voor de film Saving Private Ryan (1998) en wilden opnieuw een stukje van de Amerikaanse geschiedenis verfilmen. Nadat het script was geschreven, stapten ze naar Columbia Pictures, die hen het ‘ja-woord' gaf. Roland Emmerich werd bereid gevonden om de regie op zich te nemen. Historisch advies werd ingewonnen bij het Smithsonian Institute.

De film vertoont opvallende gelijkenissen met enkele andere films, die in de jaren 1990 werden geproduceerd. Eerst en vooral zijn er Independence Day (1996) en Saving Private Ryan (1998) die - net als The Patriot - de Amerikaanse verwezenlijkingen lijken te verheerlijken (het zogenaamde 'fin de siècle Amerikaanse triomfalisme'). Daarnaast is er ookBraveheart (1995). In beide films speelt Mel Gibson dehoofdrol. Tweemaal neemt hij het als 'kleine man' op tegen Groot-Brittannië, hetzij als aanvoerder van de Schotten, hetzij als aanvoerder van de kolonisten in Amerika.[Noot: Ook in Gallipoli (1981) en in The Bounty (1984) bevocht Mel Gibson de Britten].

Receptie

In eerste instantie werd The Patriot goed onthaald door de Amerikaanse pers. De meeste journalisten waren het er over eens dat de film alle ingrediënten bevatte voor een succesvolle blockbuster. Hier en daar weerklonken echter ook kritischere geluiden. Zo stelde The Los Angeles Times dat de film “has aims that exceed its reach” en dat “it falls short of expectations”. Ook in andere recensies werd The Patriot als een zwakke film omschreven: historisch inaccuraat, te langdradig, voorspelbaar, boordevol clichés, ...

Bovendien zagen we dat velen de film niet enkel gingen interpreteren als een portrettering van de Amerikaanse ontstaansgeschiedenis, maar tevens als een allegorisch statement m.b.t. één van de meest controversiële thema’s van het moment, m.n. wapenregulatie (cf. productiecontext). Vooral de scène waarin het zoontje van Benjamin Martin een geweer in handen krijgt (met de instructie “start with the officers and work your way down”), zorgde voor heel wat opschudding. Verschillende kijkers reageerden verontwaardigd en zorgden er op die manier voor dat the Motion Picture Association of America de film een ‘restricted rating’ toebedeelde. Voorstanders van het wapenbezit benadrukten dan weer het belang van deze scène in politieke termen. Zo schreef John Seiler inThe Orange County Register: “The deeper meaning of this scene, and indeed the whole film, is that liberty can depend not only on the right to keep arms but also to bear arms. That is why the founders enshrined the right to keep and bear arms in the Second Amendment of the Constitution.”

De linkerzijde fulmineerde voornamelijk tegen het gegeven dat de portrettering van de revolutionaire periode ‘wit gewassen’ leek door de filmmakers. Mensen zoals Spike Lee beschouwden de prent als “blatant propaganda”, waarin men weigerde te aanvaarden dat “this great country was built upon the genocide of Native Americans and the enslavement of African people”.

Kortom: The Patriot was geen onverdeeld succes in de VSA. De film boekte minder winst dan verwacht en haalde hierdoor niet eens de top 10 van het jaar 2000. Niettemin was de film wel de meest succesvolle productie ooit over de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

Behalve in de Verenigde Staten veroorzaakte The Patriot ook in Groot-Brittannië heel wat commotie. Talloze journalisten en historici vonden het ongepast dat de Britten zo wreedaardig werden voorgesteld. Nog voor de film in de zalen verscheen, waarschuwde historicus Andrew Roberts de lezers van The Express voor deze ‘anti-Britse film’. Hij riep op de film te boycotten “in the name of historical truth and justifiable national pride”. Vooral de scène waarin Kolonel Tavington (een karakter, gebaseerd op kolonel Banastre Tarleton, die in de jaren 1780 de Green Dragons aanvoerde in South Carolina) de zoon van hoofdpersonage Benjamin Martin in de rug schoot en de scène waarin diezelfde kolonel zijn manschappen beval alle dorpsbewoners op te sluiten in de kerk en die vervolgens in brand te steken, werden als beledigend ervaren. Beide scène zouden immers niet op historisch bewijsmateriaal berusten. Meer zelfs, de kerkscène zou geïnspireerd zijn op een voorval uit juni 1944 waarbij Duitse SS-troepen de bewoners van het Franse dorpje Oradour-sur-Glane d.m.v. een kerkbrand om het leven brachten. Door het toevoegen van deze scène aan de film werd, volgens de critici, een zekere parallel gesuggereerd tussen de Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd en de misdaden die de Nazi’s begingen tijdens Wereldoorlog II. Het was bovendien niet de eerste keer dat de Britten als ‘de slechten’ werden geportretteerd in groots opgezette historische speelfilms (cf. Titanic, Braveheart, Michael Collins, …). Daarnaast leken Britse acteurs doorheen de jaren 1990 ook steeds vaker te worden ingeschakeld om de rol van ‘de valserik’ te vertolken in Hollywoodproducties (denk aande rol van Lee Harvey Oswald in JFK, van Dracula in Bram Stoker’s Dracula, van de terrorist in Air Force One, van Pontius Pilatus in Jesus, …). Tot slot, werden Britse historische verwezenlijkingen in verschillende films (verkeerdelijk?) toegeschreven aan de VSA (cf. Saving Private Ryan, U-571, …). Sommigen meenden hierin dan ook het definitieve einde van ‘de speciale relatie’ tussen de Amerikaanse en Britse cinema te mogen ontwaren. Hoe het zij: The Patriot flopte totaal aan de Britse kassa.

Onderwijs

The Patriot is in de eerste plaats een ‘mainstream film': hij kan worden beschouwd als een typische Hollywoodproductie met een ontroerend verhaal, een expliciete vertoning van geweld (zowel traditionele veldslagen, als niet-reguliere slachtpartijen) en een ‘happy end'. Wanneer men in onderwijskundige context met deze prent aan de slag gaat, is het dan ook zinvol de leerlingen te wijzen op de conventies die eigen zijn aan het mainstreamgenre en de vervormingen van het geschiedbeeld die deze tot gevolg (kunnen) hebben.

Daarnaast kan de film ook worden aangewend om de leerlingen te wijzen op het aspect 'intertekstualiteit' dat onlosmakelijk met de (historische) mainstreamfilm isverbonden. Zo merken we dat het verhaal dat in The Patriot naar voren wordt gebracht, grote gelijkenissen vertoont met het verhaal uit een andere succesvolle prent die enkelejaren eerderin de bioscoopzalen verscheen,nl. Braveheart(cf. 'Productiecontext').

Tot slot kan men - aan de hand van een analyse van de The Patriot - leerlingen er op attent maken dat historische speelfilms vaak meer zeggen over de periode waarin ze worden gemaakt, dan over de periode die ze verbeelden (cf. 'Receptiedebat').

Niettemin worden inThe Patrioteen aantal thema's op een - voor de leerlingen - aanschouwelijke wijze in beeld gebracht:

  1. Koloniaal protest tegen Groot-Brittannië
  • Scène 3 (00:07:20 - 00:10:10): Revolutionaire sfeer in Charles Town: overal worden poppen verbrand.
    • Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw nam het protest tegen de Britse overheersing steeds grotere proporties aan. De voornaamste oorzaken hiervan waren enerzijds de langdurige en uitputtende strijd tegen de Fransen om de Amerikaanse koloniën en anderzijds de fiscale maatregelen die daarop volgden. Om uiting te geven aan hun woede verbrandden de kolonialen poppen die de Britse overheerser voorstelden.
  1. Op weg naar de onafhankelijkheid
  • Scène 4 (00:10:10 - 00:16:20): Provincievergadering: discussie tussen loyalisten en revolutionairen over een eventuele onafhankelijkheidsstrijd. Daarbij wordt er onder meer verwezen naar de Declaration of Rights, het optreden van koning George III, de French and Indian War, de Stamp Act, de Sugar Act, de Townshend Duties en de slogan No taxation without representation.
    • Het is duidelijk dat er onder de Amerikaanse bevolking geen exclusieve eensgezindheid heerste: niet iedereen was voorstander van een nieuwe oorlog of van een onafhankelijk Verenigde Staten van Amerika.
  1. Slavernij
  • Scène 2 (00:01:02 - 00:07:20): Tabaksplantage van Benjamin Martin. We maken er kennis met Benjamins zwarte huisvrouw en (vrije) zwarte werknemers.
    • Sinds het midden van de 17de eeuw was slavernij een gemeen goed in de Britse kolonies in Amerika. De negerslaven werden vnl. te werk gesteld op tabaksplantages. In 1776 woonden er maar liefst honderdduizend slaven in Zuid-Carolina. Geregeld werd evenwel geprotesteerd tegen deze gedwongen slavernij. Zo verscheen in 1700 in Massachusetts het anti-slavernijpamflet The selling of Joseph, geschreven door de puriteinse rechter Samuel Sewall. Ook verschillende plantagebezitters - vnl. de meest ontwikkelde en religieuze - waren principieel gekant tegen slavernij. Bijgevolg vond men in elke staat ook vrije zwarte werknemers, die werden betaald voor de arbeid die ze leverden.
  • Scène 12 (01:11:11 - 01:52:45): Aanplakbrief waarop staat dat alle slaven die 12 maanden in het leger dienen nadien hun vrijheid krijgen, plus vijf shilling per maand dat ze hebben gediend.
    • Enkele staten boden slaven hun vrijheid aan in ruil voor een welbepaalde periode legerdienst (3 jaar in de staat New York). In het noorden vochten ook vrije zwarten mee, in het zuiden weigerde men dit. Wel keurde het congres in 1779 een plan goed waarin drieduizend slaven uit Zuid-Carolina en Georgia in dienst werden genomen. Slaven die de rest van de oorlog meevochten, kregen de onafhankelijkheid en vijftig dollar. Vele kolonialen stuurden bovendien hun slaven naar het leger in hun plaats.

Historiografie

Na de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) - ook wel de French and Indian War genoemd - verwierf Engeland de oppermacht over het Amerikaanse continent (onder meer door de verovering van Canada). De Londense regering trachtte de oorlogskosten te recupereren op de rug van de Noord-Amerikaanse koloniën. Zo werden er in 1764 en 1765 tal van nieuwe belastingen ingevoerd: de Sugar Act, de Stamp Act en de Townshend Duties. Deze heffingen lokten echter hevige protesten uit in de koloniën, waar men van mening was dat de Britten geen enkel recht hadden belastingen te heffen in Amerika, vermits de Amerikanen niet vertegenwoordigd waren in het parlement. Hierbij verwees men naar het oude Britse devies: No taxation without representation.

Op 4 juli 1776 aanvaardde het congres van de opstandige kolonialen te Philadelphia The Declaration of Independence. Het gevolg was dat dertien Amerikaanse Staten zich afscheidden van hun moederland Groot-Brittannië. De onafhankelijkheidsverklaring bevatte enerzijds een aanklacht tegen het optreden van de Britse koning George III - de Declaration of Rights - en anderzijds de bevestiging dat de voormalige koloniën voortaan vrije, onafhankelijke staten zouden zijn.

Bijlages

vital_stichelbaut_filmtaak_the_patriot.pdf719.12 KB

Bronnen

  • Websites:

http://www.patriotresource.com: CUMMINGS, S. The Patriot Resource. 2000-2002.

geocities.com/tommay_e17/patriotaccuracy.html

  • Literatuur:

GLANCY (M.), 'The War of Independence in Feature Films: The Patriot (2000) and the 'special relationship' between Hollywood and Britain', Historical Journal of Film, Radio and Television, 2005, vol. 25(4), pp. 523-545.

PROVOOST (W.), The Patriot (onuitgegeven essay), Gent, UGent, 2003, 149p.

ROYSTER A.), A Revolutionary People at War. The Continental army and American character, 1775-1783, Chappel Hill, 1979.

The Patriot | Instituut voor publieksgeschiedenis (2024)

References

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Domingo Moore

Last Updated:

Views: 5254

Rating: 4.2 / 5 (53 voted)

Reviews: 84% of readers found this page helpful

Author information

Name: Domingo Moore

Birthday: 1997-05-20

Address: 6485 Kohler Route, Antonioton, VT 77375-0299

Phone: +3213869077934

Job: Sales Analyst

Hobby: Kayaking, Roller skating, Cabaret, Rugby, Homebrewing, Creative writing, amateur radio

Introduction: My name is Domingo Moore, I am a attractive, gorgeous, funny, jolly, spotless, nice, fantastic person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.